Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo getuigt gij dan, [50]dat gij mede behagen hebt aan de werken uwer vaderen; want zij hebben ze gedood, en gij [51]bouwt hun graven. 50. Grieks en gij hebt mede behagen. 51. Dat is, als gij hunne graven opbouwt, zo toont gij daarmede dat gij rechte kinderen zijt dergenen, die de profeten hebben gedood, Matth.23:31. En hoewel gij daarmede wilt schijnen uwer vaderen daad te misprijzen, zo blijkt nochtans uit den haat en de wreedheid, die gij bewijst tegen de rechtzinnige leraars, dat gij daarin uwen vaderen gelijk zijt; en zo gij in dien tijd geleefd hadt, dat gij hetzelfde ook aan de profeten zoudt hebben gedaan.